DAS LEMNISCAAT probeerde in haar maakproces hun onderwerp, de medemens, van zo dichtbij mogelijk te leren kennen. Daarbij schuwde de makers niet om conventionele thema's opnieuw te onderzoeken. Zo deden ze onderzoek bij de 'verschoppelingen' van de maatschappij, zoals de techno-scène in Berlijn en de Nederlandse porno-industrie, maar zijn ze ook langs de Amsterdamse bejaardentehuizen gegaan. In hun werk waren zij open en probeerde hun eigen en elkaars (voor)oordeel steeds opnieuw te bevragen.

Ze onderzochten thema's en werelden die ze wel kennen, maar niet helemaal vatten. En hen daardoor intrigeren. Hiervoor gingen ze eerst een week zoveel mogelijk ervaren wat er in die wereld gebeurt, om vanuit de ervaringen en inspiratie die ze opdeden bestaande teksten en filosofieën te zoeken die aansloot bij het thema en hen een verdiepende laag gaf. Zo danst Kalkbrenner met Camus, deelt Kim Holland de lakens met Guy Débord en strijden Kairos en Joke Hermsen fanatiek om de eerste bingo-prijs in verzorgingshuis 'De laatste lente'.

Door de (oude) filosofieën, hun ervaringen en bevindingen tijdens het onderzoek en hun eigen authenticiteit te combineren, maakte ze voorstellingen met een grote persoonlijke verbinding. Dichtbij zichzelf en daardoor universeel.

Het collectief DAS LEMNISCAAT bestaat niet meer, maar gaat in een andere vorm verder. De stichting blijft echter wel bestaan om mooie projecten te kunnen blijven realiseren.